Zenuwbeknelling door een halsrib of halsstreng

De klachten passend bij het halsribsyndroom worden gekenmerkt door een doof gevoel in de binnenzijde van de onderarm. Daarbij komen er subtiele veranderingen in de hand voor zoals stijfheid, minder controle, voorwerpen laten vallen, snellere vermoeidheid, krachtsvermindering en soms kramp. Er kunnen problemen zijn met fijne motorische handelingen zoals schrijven, knopen dichtmaken en potten openen. De hand kan langzaam dunner worden doordat de kleine spiertjes uitvallen. Soms bestaat er een diffuse pijn en zwaar gevoel in de arm. De genoemde verschijnselen komen vrijwel altijd aan één kant voor.

Oorzaak
De klachten worden veroorzaakt door druk op het onderste deel van de zenuwbanen (zenuwwortels C8 en/of T1 of de truncus inferior van de plexus brachialis) die van de nek naar de arm en hand lopen. De druk wordt vaak veroorzaakt door een aangeboren (goedaardige) anatomische variatie waarbij er een kleine rib bestaat die aan de onderste halswervel is verbonden (de halsrib). Het halsribsyndroom wordt ook wel neurogene thoracic outlet syndroom (NTOS) genoemd. De meeste patiënten met een halsribsyndroom zijn jonge, slanke adolescenten (meestal vrouwen). Na het doormaken van een groeispurt ontstaat een veranderde anatomie van de structuren die de thoracic outlet vormen. Dikwijls wordt als oorzaak eerst gedacht aan een nekhernia, een beklemming van de n. ulnaris bij de elleboog of het carpaal tunnelsyndroom. Vaak gaat er een relatief lange tijd voorbij totdat de juiste diagnose wordt gesteld. Hierdoor worden patiënten meestal pas in een laat stadium verwezen. Vaak is dan al te zien dat de hand dunner is geworden.

Behandeling
Chirurgische decompressie van de beknelde zenuw kan dit meestal niet meer terugdraaien. Wel zal met een operatie voorkomen worden dat de hand functie verder verslechtert. Vaak verdwijnen de diffuse klachten in de arm.

Uitgebreide informatie kunt u vinden in een publicatie van onze groep.